fbpx

Gelijkenissen – begrijpelijk voor jonge kinderen?

Wie zíjn die schapen?

Stel dat je nog nooit iets uit de Bijbel hebt gelezen en zonder enige voorkennis ergens het verhaal van de Goede herder zou tegenkomen. Zou je dan meteen in de gaten hebben dat het om een gelijkenis gaat? Zou je begrijpen dat wij die schapen zijn? Wat zou je denken bij de herder?

Diepere betekenis in een verhaal

Voor volwassenen ligt een diepere betekenis best voor de hand; je gaat er in gedachten vanzelf naar op zoek. Voor jonge kinderen is dat niet vanzelfsprekend. Tot een jaar of 9 begrijpen kinderen niets van gelijkenissen: deze kinderen interpreteren het verhaal precies zoals ze het gepresenteerd krijgen. In het verhaal over de Goede herder gaat het ook echt over een goede herder, met zijn schapen. Niks meer, niks minder.
Als leerkracht of als ouder probeer je je kind desondanks uit te leggen dat de herder Jezus is, en dat wij de schapen voorstellen. Het kind zal dat als kennis inprenten, maar het ten diepste niet begrijpen. En vrolijk zingen kinderen mee met het liedje van Elly en Rikkert: Jezus is de Goede herder, Hij is overal!

Metafoor als uitleg voor moeilijke thema’s

Is het dan zinloos, om aan jonge kinderen de gelijkenissen van Jezus te vertellen? In de Bijbel lees je veel van zulke verhalen die Hij vertelde aan zijn volgelingen. Die waren een metafoor voor alledaagse situaties, en om moeilijke concepten over hemel en aarde, verleden, heden en toekomst uit te leggen.
Denk maar aan de eigenaar van de wijngaard, die werkloze mannen vraagt om druiven te oogsten; het verhaal van de barmhartige Samaritaan; de vrouw die haar muntje kwijt is; de meisjes met hun olielampjes. Enzovoort.
Zeker in die tijd, toen de vertelcultuur de belangrijkste vorm van kennisoverdracht was, waren gelijkenissen een veelgebruikte vertelvorm.

Uitleggen van gelijkenissen?

Nee, zinloos is het zeker niet om jonge kinderen de gelijkenissen te vertellen. Ze uitleggen – misschien is dát nog niet zo nodig. Neem het verhaal van de Goede herder. Zonder de diepere laag te doorzien, zit er al zoveel in het verhaal waarmee je een kind raakt. Het gaat over ergens bij horen, over nieuwsgierig zijn, over je verloren en bang voelen, over het geluk van gevonden worden – alle basale emoties komen aan bod. Dat is voor een jong kind al voldoende om geboeid te zijn en om het verhaal in te prenten. Blijf het verhaal vertellen, ook als het kind ouder wordt, en vanzelf zal het de diepere lagen aan de beleving en aan het begrip toevoegen. Mooi toch?